Kerstavondviering   

Geboorte van Jezus Christus

Voorganger: Ds. Peter den Braanker

Organist: Geert Meendering

m.m.v. Titus Troelstra, trompet

 

Liturgie

 

Muziek voor de dienst, enkele Christmas-Carols:

  • God rest you merry gentlemen
  • While shepherds watched their flocks by night
  • It came upon a midnight clear

 

Eerste lied voor de dienst: Gez. 26 uit het Liedboek voor de kerken

1      Daar is uit ‘s werelds duist’re wolken

een licht der lichten opgegaan.

Komt tot zijn schijnsel, alle volken,

en gij, mijn ziele, bidt het aan!

Het komt de schaduwen beschijnen,

de zwarte schaduw van de dood.

De nacht der zonde zal verdwijnen,

genade spreidt haar morgenrood.

3      Wat heil, een Kind is ons geboren,

een Zoon gegeven door Gods kracht!

De heerschappij zal Hem behoren,

zijn last is licht, zijn juk is zacht.

Zijn Naam is “Wonderbaar”, zijn daden

zijn wond’ren van genaad’ alleen.

Hij doet ons, hoe met schuld beladen,

verzoend voor ’t oog des Vaders treên.

4      O Vredevorst, Gij kunt gebieden

de vreed’ op aard’ en in mijn ziel!

Doe alle volken tot U vlieden,

dat al wat ademt voor U kniel!

Des Heren ijver zal bewerken,

dat Hij de zetel, U bereid,

met recht en met gericht zal sterken.

Hem zij de lof in eeuwigheid!

Tweede lied voor de dienst: God met ons (Zing het woord 8)

1      In een kleine stad in Juda, het geringe Bethlehem,

is geschied wat in de Schriften wordt gesproken over Hem,

door wie God aan ons onthult hoe de schepping wordt vervuld.

2      Wat de eeuwen door geloofd werd, neemt gestalte aan in

Hem die ter wereld is gekomen in een stal in Bethlehem.

En dit schamele begin, luidt de nieuwe toekomst in.

3      Zoals de getuigen melden is het Kind van Bethlehem

van de Vrede taal en teken, gaat het leven uit van Hem.

En zo wordt ons openbaar: in dit Kind maakt God zich waar.

Welkom (door de ouderling van dienst)

Zingen (staande): Lied 477: 1, 2, 3 en 4

1      Komt allen tezamen, jubelend van vreugde:

komt nu, o komt nu naar Bethlehem!

Ziet nu de vorst der englen hier geboren.

Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden,

komt, laten wij aanbidden die Koning.

2      De hemelse eng’len riepen eens de herders

weg van de kudde naar ’t schamel dak.

Spoeden ook wij ons met eerbied’ge schreden!

Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden,

komt, laten wij aanbidden die Koning.

3      Het licht van de Vader, licht van den beginne,

zien wij omsluierd, verhuld in ‘t vlees:

goddelijk kind, gewonden in de doeken!

Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden,

komt, laten wij aanbidden die Koning.

4      O Kind, ons geboren, liggend in de kribbe,

neem onze liefde^in genade aan!

U, die ons liefhebt, U behoort ons harte!

Komt, laten wij aanbidden, komt laten wij aanbidden,

komt, laten wij aanbidden die Koning.

Groet:

Voorganger:   In de Naam van de Vader en de Zoon

en de Heilige Geest.

Onze hulp is in de Naam van de Heer,

Gemeente:      die hemel en aarde gemaakt heeft,

Voorganger:   die trouw blijft tot in eeuwigheid

Gemeente:      en niet laat varen het werk van zijn handen

Gebed van toenadering (daarna gaat de gemeente zitten)

Zingen: Lied 473

1      Er is een roos ontloken uit barre wintergrond,

zoals er was gesproken door der profeten mond.

En Davids oud geslacht is weer opnieuw gaan bloeien

in ’t midden van de nacht.

2      Die roos van ons verlangen, dat uitverkoren zaad,

is door een maagd ontvangen uit Gods verborgen raad.

Maria was bereid, toen Gabriël haar groette

in ’t midden van de tijd.

3      Die bloem van Gods behagen heeft, naar Jesaja sprak,

de winterkou verdragen als allerdorste tak.

O roos als bloed zo rood, God komt zijn volk bezoeken

in ’t midden van de dood.

Kyrië-gebed

Glorialied: Lied 487

1      Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd.

Mensen van het welbehagen, roep op aarde vrede uit.

Gloria in excelsis Deo, Gloria in excelsis Deo.

2      Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is.

Eer zij God die op de aarde naar ons toegekomen is.

Gloria in excelsis Deo, Gloria in excelsis Deo.

3      Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs,

geef in onze levensdagen peis en vreê, kyrieleis.

Gloria in excelsis Deo, Gloria in excelsis Deo.

Gebed om de opening van het Woord

1e Schriftlezing: Lucas 2: 1 – 14

Zingen: Lied 481

1    Hoor, de englen zingen de^eer van de nieuwgeboren Heer!

Vreed’ op aarde, ‘t is vervuld:

God verzoent der mensen schuld.

Voegt u, volken in het koor, dat weerklinkt de hemel door,

zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem!

Hoor, de englen zingen de^eer van de nieuwgeboren Heer.

 2    Hij die heerst op ‘s hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon,

wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt.

Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt,

tussen alle mensen in, in het menselijk gezin.

Hoor, de englen zingen de^eer van de nieuwgeboren Heer!

3    Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft,

Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd,

al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf,

dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn.

Hoor, de englen zingen de^eer van de nieuwgeboren Heer!

 2e Schriftlezing: Lucas 2 : 15 – 20

Muziek: Gloria

Overdenking

Muziek: – Infant holy, Infant lowly

Zingen: Lied 483

1      Stille nacht, heilige nacht!

Davids Zoon, lang verwacht,

die miljoenen eens zaligen zal,

wordt geboren in Bethlehems stal,

Hij, der schepselen Heer,

Hij, der schepselen Heer.

2      Hulploos Kind, heilig Kind,

dat zo trouw zondaars mint,

ook voor mij hebt Ge^U rijkdom ontzegd,

wordt Ge^op stro en in doeken gelegd.

Leer me^U danken daarvoor.

Leer me^U danken daarvoor.

3      Stille nacht, heilige nacht!

Vrede^en heil, wordt gebracht

Aan een wereld, verloren in schuld;

Gods belofte wordt heerlijk vervuld.

Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!

Gebeden

Inzameling van de gaven

1e Collecte is voor de Diaconie (voor de Zondagsschool)

2e Collecte is voor de instandhouding van de kerk in Dalen

Muziek tijdens de collecte: Ding dong merrily on high

Slotlied (staande): Lied 486

1      Midden in de winternacht ging de hemel open;

die ons heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen.

Elke vogel zingt zijn lied, herders, waarom zingt gij niet?

Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan,

laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:

        Christus is geboren.

2      Vrede was het overal, wilde dieren kwamen

bij de schapen in de stal en zij speelden samen.

Elke vogel zingt zijn lied; herders, waarom speelt gij niet?

Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan,

laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:

        Christus is geboren.

3      Ondanks winter, sneeuw en ijs, bloeien alle bomen,

want het aardse paradijs is vannacht gekomen.

Elke vogel zingt zijn lied; herders waarom danst gij niet?

Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan,

laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:

        Christus is geboren.

4      Zie, reeds staat de morgenster, stralend in het duister,

want de nacht is niet meer ver, bode van de luister,

die ons weldra op zal gaan; herders blaas uw fluiten aan.

Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan,

laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:

        Christus is geboren.

Zegen

Zingen: Amen (3x).

Muziek: In dulci jubilo

 

Chocololademelk/Glühwein

 

Buiten de kerk: Het “Ere zij God”

 

Ere zij God. Ere zij God.

In den Hoge. In den Hoge. In den Hoge.

Vrede op aarde, vrede op aarde.

In de mensen een welbehagen!

Ere zij God, in den Hoge,

Ere zij God, in den Hoge,

Vrede op aarde, vrede op aarde.

Vrede op aarde, vrede op aarde.

In de mensen. In de mensen.

Een welbehagen.

In de mensen. Een welbehagen.

Een welbehagen.

Ere zij God. Ere zij God. In den Hoge.

In den Hoge. In den Hoge.

Vrede op aarde. Vrede op aarde.

In de mensen. Een welbehagen. Amen, Amen.

 

Iedereen fijne Kerstdagen toegewenst!