Voorganger: ds. Peter den Braanker

Organist: Geert Meendering

Liturgie

In deze dienst worden gedoopt:

Marit Frederike Hendrika,

dochter van Erik-Jan en Henrieke Meijerink, zusje van Lynn

 

Lucas Joan,

zoon van Johannes de Wit en Myrthe van der Veen,

broertje van Sterre

Orgelspel

Lied van de maand(te zingen voor de dienst) Lied 8a: 1, 2, 3 en 4

1      Heer, onze Heer, hoe heerlijk is

uw Naam in de geschiedenis,

op heel de aarde wijd en zijd.

De hemel zingt uw majesteit.

2      Het eerste kinderlijk geluid

roept glorieus uw sterkte uit.

Met onze kwetsbaarheid vertrouwd,

ontwapent Gij wat ons benauwt.

3      Zie ik sterren in de nacht,

die hemelhoog geschapen pracht,

wat is dan niet het mensenkind

dat Gij het kent en zo bemint.

4      Geen sterrenhemel houdt hem klein;

de mens mag vorst der aarde zijn.

Gij kroont hem als uw bondgenoot

en maakt hem bijna godd’lijk groot.

Welkom door de ouderling van dienst

Aansteken van de Paaskaars

Aanvangslied (staande): Lied 289

1      Heer, het licht van uw liefde schittert,

schijnt in donkere diepten, schittert:

Jezus, licht voor de wereld,

verlicht ons door de waarheid die U geeft, bevrijd ons.

Schijn op mij, schijn op mij.

 

Refrein:

Kom, Jezus, kom, vul dit land met uw Vaders glorie;

blaas, Geest, ons aan, zet ons hart in vlam,

stroom, overstroom alle naties met uw genade.

Geef ons uw woord, Heer, ontsteek hier het licht.

 

2      Heer, ik kom in uw stralend schijnsel,

uit de schaduw in uw nabijheid;

door uw Zoon mag ik staan in uw luister,

toets mij, test mij, verteer al mijn duister.

Schijn op mij, schijn op mij.

 

Refrein:…..

 

3      Heer, hoe meer wij uw helder licht zien

en de weerglans op ons gezicht zien,

zal ons leven voor anderen stralen,

het verhaal van uw liefde vertalen,

Schijn in mij, schijn door mij.

 

Refrein:…..

Groet:

Voorganger:   In de Naam van de Vader en de Zoon en de                                 Heilige Geest.

Gemeente:      Onze hulp is in de naam van de Heer,

die hemel en aarde gemaakt heeft,

Voorganger:   die trouw blijft tot in eeuwigheid

Gemeente:      en niet laat varen het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering

(Gemeente gaat zitten)

 

Zingen: Lied 435 uit Evangelische Liedbundel

1      ‘k Heb Jezus nodig heel mijn leven.

‘k Heb Jezus nodig, dag aan dag,

in m’n handel, in m’n wandel,

in m ’n slapen en ontwaken,

‘k heb Hem nodig, dag aan dag.

2      ‘k Wil Jezus volgen, heel mijn leven,

‘k wil Jezus volgen, dag aan dag,

in m’n handel, in m’n wandel,

in m’n slapen en ontwaken,

‘k wil Hem volgen, dag aan dag.

Kyrië-gebed

  • Sjouke en Lammy zingen:

.         Opwekking 488: ‘De kracht van uw liefde’

 

Doopbediening:

 

–  Inleidend woord

–  Doopgebed

–  De beide dopelingen worden binnengebracht

–  De doopouders gaan staan/ naamgeving

–  De doopouders komen nu met hun kind en alle andere               –  .      . .     .  kinderen, die dat willen, rondom het doopvont staan.

–  Uitgieten van het water in de doopvont

–  De doop wordt bediend

–  Zegen

 De ouders gaan zitten

 

  • Lammy en Sjouke zingen:

.         Opwekking 599: “Kom tot de Vader”

–  Aanbieden van de doopkaars

en het aansteken, door één van de ouders.

 

Zingen: Verbonden met vader en moeder

1      Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee, maar ook met de andere mensen vier jij dit feest met ons mee.

Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest

want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de

Zoon en de Heilige Geest.

2      Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent, van je houdt.

Refrein:

3      Je bent een begrip aan het worden; steeds meer mensen noemen je naam; ook God begint jouw naam te roepen en dus zijn we hier nu tezaam.

Refrein:

4      Nu mag je gaan leven met mensen verbonden in liefde en trouw omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou.

Refrein:

– Kinderen gaan naar de kindernevendienst

 Doopvragen aan de ouders

Vraag aan de gemeente om te gaan staan

en te antwoorden op de volgende vraag:

Wilt u, gemeente, een kring van licht om deze ouders en hun kinderen heen zijn en hen dragen in uw gebeden?

Wat is hierop uw antwoord?

 Iedereen gaat zitten

Gebed om de opening van het Woord

1e Schriftlezing: Psalm 139: 1 – 18

Zingen: Lied 675: 1

1      Geest van hierboven, leer ons geloven,

hopen, liefhebben door uw kracht!

Hemelse vrede, deel U nu mede,

Aan een wereld die U verwacht!

Wij mogen zingen van grote dingen,

als wij ontvangen al ons verlangen,

met Christus opgestaan. Halleluja!

Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren

Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja!

2e Schriftlezing; Marcus 10: 13 – 16

 

Zingen: Lied 675: 2

2      Wat kan ons schaden, wat van U scheiden,

liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade,

wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat.

Gij hebt de zege voor ons verkregen,

Gij zult op aarde de macht aanvaarden

En onze koning zijn. Halleluja!

Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten

En in U weten, dat wij Gods kind’ren zijn. Halleluja!

Korte overdenking

Orgelspel

Zingen: Lied 303

1      Zonne en maan, water en wind,

de bloem en het kind schiep onze God.

Hemel en aard’ heeft Hij gemaakt.

Schepper, wij willen U danken.

Schepper, wij danken U. Schepper, wij prijzen U.

Schepper, wij zingen uw heilige Naam.

2      Jezus, Gods Zoon, leefde en stierf

voor allen, voor ons. Hij leeft vandaag

hier onder ons, hier onder ons.

Jezus, wij willen U danken.

Jezus, wij danken U. Jezus, wij prijzen U.

Jezus, wij zingen uw heilige Naam.

3      Geest, die ons troost, levend nabij,

genezing en vuur. Adem van God,

kracht onderweg, dag in dag uit.

Trooster, wij willen U danken.

Trooster, wij danken U. Trooster, wij prijzen U.

Trooster, wij zingen uw heilige Naam.

Gebeden

Slotlied (staande): Lied 871

1      Jezus zal heersen waar de zon gaat om de grote aarde om,

de maan zijn lichte banen trekt, zover het verste land zich strekt.

2      Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal,

en uit de kindermond ontspringt de lofzang die zijn naam omringt.

3      Zijn rijk is volle zaligheid, wie was gevangen wordt bevrijd,

wie moe was komt tot rust voorgoed, wie arm was leeft in overvloed.

4      Laat loven al wat adem heeft de koning die ons alles geeft.

O aarde om dit nieuw begin stem met het lied der engelen in.

Zegen

Als Amen zingen we Lied 425:

Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen

van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord,

in christus verbonden, tezamen gezonden

op weg in een wereld die wacht op uw woord.

Om daar in genade uw woorden als zaden

te zaaien tot diep in het donkerste dal,

door liefde gedreven, om wie met ons leven

uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.

Orgelspel

Na de dienst is er gelegenheid

         om de ouders te feliciteren.