Oogstdienst

in de Dorpskerk in  Dalen, aanvang 10 uur

m.m.v. het Christelijk Mannenkoor Stadskanaal

o.l.v. dirigent Harold Kooij en organist Ronald Knol.

 

Voorganger: ds. Peter den Braanker

Liturgie:

Het koor zingt (voor de dienst): – ‘Ik zal er zijn’

Welkom door de ouderling van dienst

Aansteken van de Paaskaars

Aanvangslied (staande): Lied 212: 1, 2, 3 en 4

1      Laten wij zingend deze dag beginnen!

Geven wij stem aan onze diepe vreugde

omdat wij dankbaar ons in God verheugen. Zing Halleluja!

2      Hij, die het leven aan ons heeft gegeven,

ons deze nacht omgaf met goede zorgen,

roept ons nu vrolijk naar een nieuwe morgen. Zing Halleluja!

3      Het is zijn zegen dat wij ons bewegen,

dat hart en ziel van vreugde kunnen springen,

met lijf en leden wij Hem dank toezingen. Zing Halleluja!

4      Bron van het goede, die ons zo behoedde,

blijf elke nacht en dag, zo lang wij leven,

ons met uw liefdevolle trouw omgeven. Zing Halleluja!

Groet:

Voorganger:                   In de Naam van de Vader en de Zoon

                                       en de Heilige Geest.

                                       Onze hulp is in de Naam van de Heer,

Gemeente:                      die hemel en aarde gemaakt heeft,

Voorganger:                   die trouw blijft tot in eeuwigheid

Gemeente:                      en niet laat varen het werk van zijn handen

Gebed van toenadering

(daarna gaat de gemeente zitten)

Het koor zingt: – ‘Voetstappen in het zand’

– ‘Vertrouwen’

Kyriëgebed

Glorialied: Lied 303

1      Zonne en maan, water en wind,

de bloem en het kind schiep onze God.

Hemel en aard’ heeft Hij gemaakt.

Schepper, wij willen U danken.

Schepper wij danken U. Schepper, wij prijzen U,

Schepper wij zingen uw heilige Naam.

2      Jezus, Gods Zoon, leefde en stierf

voor allen, voor ons. Hij leeft vandaag

hier onder ons, hier onder ons.

Jezus, wij willen U danken.

Jezus, wij danken U. Jezus, wij prijzen U.

Jezus, wij zingen uw heilige Naam.

3      Geest die ons troost, levend nabij,

genezing en vuur. Adem van God,

kracht onderweg, dag in dag uit.

Trooster, wij willen U danken.

Trooster, wij danken U. Trooster, wij prijzen U.

Trooster, wij zingen uw heilige Naam.

Gebed om de opening van het Woord

Lezen: 1e Schriftlezing: Deuteronomium 8: 7 – 18

Zingen: Lied 1005: 1, 2 en 3

1      Zoekend naar licht hier in het duister,

zoeken wij U, waarheid en kracht.

Maak ons uw volk, heilig, vol luister,

schijn in de donk’re nacht.

 Refrein:

Christus, ons licht, schijn door ons heen, schijn door het duister.

Christus, ons licht, schijn ook vandaag, hier in uw huis.

2      Zoekend naar rust zijn wij vol zorgen

zoekend naar hoop, troost in uw woord.

Spreek door ons heen tot de verdrukten,

zo wordt uw stem gehoord.

 Refrein:

Christus, ons licht, schijn door ons heen, schijn door het duister.

Christus, ons licht, schijn ook vandaag, hier in uw huis.

3      Zoekend naar brood lijden zij honger,

zoekend naar water lijden zij dorst.

Maak ons uw brood, breek ons voor allen,

U bent de Vredevorst.

 Refrein:

Christus, ons licht, schijn door ons heen, schijn door het duister.

Christus, ons licht, schijn ook vandaag, hier in uw huis.

Lezen: 2e Schriftlezing: Handelingen 14: 1 – 18

Zingen: Lied 1005: 4 en 5

4      Zoekend naar troost zijn velen dakloos,

zoekend naar warmte zijn velen koud.

Maak ons een huis van levende stenen,

schuilplaats door U gebouwd.

 Refrein:

Christus, ons licht, schijn door ons heen, schijn door het duister.

Christus, ons licht, schijn ook vandaag, hier in uw huis.

5      Met zoveel gaven aan ons gegeven,

voor zoveel leed, zoveel gemis.

Maak ons uw dienaars, leer ons te delen,

totdat uw Rijk hier is.

 Refrein:

Christus, ons licht, schijn door ons heen, schijn door het duister.

Christus, ons licht, schijn ook vandaag, hier in uw huis.

 Het koor zingt: – ‘Agnus Dei’

‘I’ll wish I had given Him more’

Overdenking

Orgelspel

Zingen: Lied 903: 1, 2, 3 en 4

1      Zou ik niet van harte zingen

Hem die zozeer mij verblijdt?

Want ik zie in alle dingen

niets dan zijn genegenheid.

Is de hartslag van het leven

niet de liefde van de Heer?

Liefde draagt hen meer en meer,

die in dienst van Hem zich geven.

Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.

2      Als een vogel, die zijn tere

jongen met de vleugels dekt,

zo houdt over mij de Here

zijn beschuttend’ arm gestrekt.

Alles wendt Hij mij ten goede,

Hij is bij mij nacht en dag,

ja, van voor ik ’t licht nog zag,

ben ik veilig in zijn hoede.

Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.

3      In het duister van de tijden

ben ik nooit alleen geweest,

want God gaf mij ten geleide

op mijn wegen woord en Geest.

Ja, de Heer doet mij geloven,

Hij ontstak in mij het licht

van het innerlijk gezicht, –

dat zal dood noch duivel doven.

Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.

4      Wat mijn ogen ooit ontwaarden

droeg het merk van Gods beleid:

Hij heeft hemel, zee en aarde

om mijn bestwil toebereid.

Dieren, kruiden uitgelezen,

alle vrucht aan struik en boom,

bronnen, vissen in de stroom, –

overal is ’t goed te wezen.

Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.

Het koor zingt: – ‘Peace like a river’ (Van boven vrede)

– ‘Er is een God die hoort’

(met samenzang)

         Van oost tot west, van zuid en tot noord,

        Mens zegt het voort, mens zegt het voort,

        Wordt ’s Heren liefde alom gehoord.

        Mensenkind, zegt het voort!

        Dwaal niet in ’t duister, ga niet alleen,

        Maar zoek het heil bij Jezus alleen.

        Dat al uw hoop op Hem is gericht:

        Jezus is ’t eeuwig Licht!

Gebeden

Slotlied (staande): Lied 978

1      Aan U behoort, o Heer der heren,

de aarde met haar wel en wee,

de steile bergen, koele meren,

het vaste land, d’ onzekere zee.

Van U getuigen dag en nacht.

Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

2      Gij roept het jonge leven wakker,

een tuin bloeit rond het open graf.

Er ruisen halmen op de akker

waar zich het zaad verloren gaf.

En vele korrels vormen saam

een kostbaar brood in uwe naam.

3      Gij hebt de bloemen op de velden

met koninklijke pracht bekleed.

De zorgeloze vogels melden

dat Gij uw schepping niet vergeet.

’t Is alles een gelijkenis

van meer dan aards geheimenis.

4      Laat dan mijn hart U toebehoren

en laat mij door de wereld gaan

met open ogen, open oren

om al uw tekens te verstaan.

Dan is het aardse leven goed,

omdat de hemel mij begroet.

Zegen (staande)

Als amen op de zegen zingen we: Lied 415: 3

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw Naam ter eer!

Het koor zingt: – ‘Geloofd zij onze God’

  • Er staat een collecteschaal bij de uitgang, voor de Diaconie (project Duofietsen) én voor de kerk.

Iedereen is van harte welkom om na de dienst, elkaar te ontmoeten en na te praten, tijdens een kopje koffie of thee.