Viering Heilig Avondmaal

Voorganger: Ds. Peter den Braanker

Organist: Geert Meendering

 

Liturgie voor de Witte Donderdagviering

Muzikale medewerking wordt verleend door:

Geert Meendering     orgel

Greetje Pos               dwarsfluit

 

Op deze avond gedenken wij hoe Jezus met zijn leerlingen het Pesach feest vierde. Hij deelde met zijn vrienden brood en wijn en dacht aan hoe het volk bevrijd werd in Egypte. Jezus verbond, dat verhaal met zijn eigen leven. Hij wilde de mensen vrij zetten en was bereid zichzelf te geven. Als teken van liefde, van hoop en als offer voor onze fouten. Tijdens de maaltijd knielt Jezus neer om de voeten van de leerlingen te wassen. Het is uit liefde voor de mensen dat Hij dit doet. Enerzijds is hij een voorbeeld voor de leerlingen. Hij gaat hen voor in hoe zij dienstbaar moeten zijn aan elkaar. Anderzijds laat Hij zien hoe ver hij gaat; een Heer die knielt voor zijn dienaren. En zijn liefde gaat tot het uiterste. Hij is een Heer die alles over heeft voor zijn mensen. Zelfs zijn leven.

De kleur is wit als kleur van reinheid, licht en feest. Feest is het want het paasfeest is op ‘witte’ donderdag begonnen.

Kerkklokken luiden

Muziek:  Orgel/Fluit, lied 574

 

De kaars wordt aangestoken

 

V: Onze hulp is in de naam de Heer,

A: die hemel en aarde gemaakt heeft.

V: Heer, vergeef ons al wat wij misdeden,

A: en laat ons weer in vrede leven.

V: Genade zij u en vrede van God onze Vader en van onze Heer

A: Amen

 

Zingen: Liedboek 600 :1 t/m 6

Gedicht

Op de avond, toen de uittocht uit Egypte werd gevierd,

en de matse werd gebroken

en de wijn werd ingeschonken,

toen heeft Jezus aan zijn mensen een geheim geleerd

 

Op die avond van het paasfeest heeft Hijzelf ons uitgelegd,

dat het brood ons werd gegeven als een teken van zijn leven,

dat Hij uitdeelt aan zijn mensen, dat heeft Hij gezegd.

 

Op die avond, toen de beker werd gezegend door de Heer,

zei Hij: wat jullie misdeden, dat is nu voorgoed verleden,

je mag leven van vergeving, nu en telkens weer.

 

Op die maaltijd van het paasfeest, op de avond voor zijn dood,

zei Hij: zelf zal Ik er bij zijn op het feest waar jullie vrij zijn,

op de maaltijd die God aanricht, en dat feest wordt groot.

 

Wij gaan rond met de matzes

Wij gaan rond met de wijn

Want iedereen mag leven en vrolijk zijn.

 

Zingen: Lied 393,1,2,3

 

Kyriegebed  Wij zingen Heer ontferm u 3x

 

Zingen: Lied 559 1,3 en 4

 

Lezing: Johannes 13: 1 t/m/ 14

 

Zingen: Lied 390 1,2,3 en 4

 

(na muziek orgel/piano en fluit)

Nodiging

 

Vredegroet:

V:   De vrede van de Heer zij altijd met u

G:     En met uw geest.

V:     De Heer zij met u.

G:     Zijn Geest in ons midden.

V:     Heft uw harten omhoog.

G:     Wij heffen ons hart op tot God.

V:     Brengen wij dank aan de Heer, onze God.

G:     Hij is het waard onze dank te ontvangen.

Tafelgebed:          Nr. 4 uit het Dienstboek

Zingen:               (melodie Ps. 118)

Heilig zijt Gij o Here Here,

Heilig uw Naam en uw gebod.

Alles wat ademt moet U eren,

Heilige Here Zebaoth!

Gezegend zij de grote Koning,

die tot ons komt in ’s Heren Naam.

De hele aarde wordt zijn woning,

Hij richt een nieuwe wereld aan.

 

Vervolg Tafelgebed afgesloten met het Onze Vader

 Breken en delen

 Stilte met fluit Pie Jesu

 

Zingen: Lied 567: 1t/m 6

 

Lezing Johannes 13: 31 t/m 35 

 

Orgelspel en fluit

 

Meditatieve tekst

Je hebt je vrienden toen bijeengeroepen

hun vuile voeten als een knecht gewassen;

meteen zond Jij hen weg om te ontmoeten

wie niet in deze kille wereld passen.

 

Je vroeg hen: doe als Ik en ga naar buiten,

en blijf elkaar met dit gebaar verrassen

in plaats van je in kerken op te sluiten.

Je moet steeds anderen de voeten wassen.

 

Het stof van al de wegen van ons leven,

kom, was het van de stukgelopen voeten.

Kom, geef dat onze handen hen genezen

die ver van huis geen goede vriend ontmoeten.

 

Het helder water stromend uit jouw bronnen

wast onze voeten, zuivert onze wonden

Als boden van jouw vrede, hier begonnen,

zo worden wij de wereld in gezonden.

 

Orgel/Fluit

 

Korte Stilte

 

Zingen: Liedboek,571  1, 2,

 

Slotlezing: Johannes 14: 27-31

In stilte verlaten we de kerk