Voorganger: ds. Pieterjan de Buck,
Organist: Gea Wolters uit Dalen en met medewerking van een gelegenheidskoor.
Een dienst van bezinning en herdenking, waarin wij de gemeenteleden herdenken die in het afgelopen jaar zijn overleden.
Liturgie
binnenkomst van de kerkenraad
het koor zingt: lied 331
welkom en mededelingen
VOORBEREIDING
zingen: lied 91a
- Wie in de schaduw Gods mag wonen
hoeft niet te vrezen voor de dood.
Zoek je bij Hem een onderkomen –
dan wordt zijn vrede jou tot brood.
God legt zijn vleugels van genade
beschermend om je heen als vriend
en Hij bevrijdt je van het kwade,
opdat je eens geluk zult zien.
- Engelen zendt Hij alle dagen
om jou tot vaste gids te zijn.
Zij zullen je op handen dragen
door een woestijn van hoop en pijn.
Geen bange nacht zal je doen beven,
geen ziekte waar een mens van breekt.
Lengte van leven zal God geven,
rust aan de oever van een beek.
- Geen duister zal je overvallen,
er is een licht dat eeuwig brandt.
Duizenden doden kunnen vallen, –
jij blijft geschreven in Gods hand.
God is een schild voor zijn getrouwen
die leven van geloof alleen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen
van liefde om hun tranen heen.
bemoediging en groet (zk = Zondagskind)
vg: Onze hulp is de Naam van de Heer,
zk: die hemel en aarde gemaakt heeft,
vg: die trouw houdt tot in eeuwigheid
allen: en het werk van zijn handen niet loslaat;
(bij psalm 91, Bijbel in gewone taal)
zk: Hij beschermt me, ik hoef niet bang te zijn.
allen: Op Hem vertrouw ik.
zk: De Heer beschermt je,
allen: zoals een vogel haar jongen beschermt, onder haar vleugels.
zk: Want de Heer stuurt zijn engelen.
allen: Zij zullen je altijd beschermen, waar je ook bent.
zk: Hun handen zullen je dragen.
allen: Als er gevaar is, is Hij bij me.
vg.: Genade, barmhartigheid en vrede zij u van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heer.
allen: Amen.
korte toelichting bij deze zondag
het koor zingt: lied 962
Wat ik gewild heb wat ik gedaan heb
wat mij gedaan werd wat ik misdaan heb
wat ongezegd bleef wat onverzoend bleef
wat niet gekend werd wat ongebruikt bleef
al het beschamende neem het van mij
en dat ik dit was en geen ander –
dit overschot van stof van de aarde:
dit was mijn liefde. Hier ben ik.
kyriegebed
zingen: lied 845
- Tijd van troosten tijd van tranen
tijd van mooi zijn tijd van schamen
tijd van jagen nu of nooit
tijd van hopen dat nog ooit.
Tijd van zwijgen zin vergeten
nergens blijven niemand weten
tijd van kruipen angst en spijt
zee van tijd en eenzaamheid.
- Wie aan dit bestaan verloren
nieuw begin heeft afgezworen
wie het houdt bij wat hij heeft
sterven zal hij ongeleefd.
Tijd van leven om met velen
brood en ademtocht te delen –
wie niet geeft om zelfbehoud,
leven vindt hij honderdvoud.
DIENST VAN HET WOORD
gebed
het koor zingt: lied 331
lezing: 1 Korinthiërs 13
zingen: lied 657
- Zolang wij ademhalen
schept Gij in ons de kracht
om zingend te vertalen
waartoe wij zijn gedacht:
elkaar zijn wij gegeven
tot kleur en samenklank.
De lofzang om het leven
geeft stem aan onze dank.
- Al is mijn stem gebroken,
mijn adem zonder kracht,
het lied op and’re lippen
draagt mij dan door de nacht.
Door ademnood bevangen
of in verdriet verstild:
het lied van uw verlangen
heeft mij aan ’t licht getild.
- Het donker kan verbleken
door psalmen in de nacht.
De muren kunnen vallen:
zing dan uit alle macht!
God, laat het nooit ontbreken
aan hemelhoog gezang,
waarvan de wijs ons tekent
dit lieve leven lang.
- Ons lied wordt steeds gedragen
door vleugels van de hoop.
Het stijgt de angst te boven
om leven dat verloopt.
Het zingt van vergezichten,
het ademt van uw Geest.
In ons gezang mag lichten
het komend bruiloftsfeest.
overdenking
orgelspel
zingen: lied 753:1, 2, 5 en 6
- Er is een land van louter licht
waar heiligen heersers zijn.
Nooit gaat de gouden dag daar dicht
in duisternis of pijn.
- Daar is het altijd lentetijd,
in bloei staat elke plant.
Alleen de smalle doodszee scheidt
ons van dat zalig land.
- Hing niet het wolkendek zo zwart
van twijfel om ons heen,
wij zouden ’t land zien van ons hart,
dat ’t hemels licht bescheen.
- God, laat ons staan als Mozes hier
hoog in uw zonneschijn,
en geen Jordaan, geen doodsrivier
zal scheiding voor ons zijn.
GEDACHTENIS VAN DE NAMEN
inleiding
zingen: geborgen in het licht (tekst: Michiel de Zeeuw, muziek: Mar van der Veer)
(het koor zingt de coupletten 1-3; allen zingen couplet 4 – met pianobegeleiding)
- Zei iemand ‘leeg’ zag ik je gaan;
jij stierf een leegte in het rond,
nam mij de woorden uit de mond
om te vertellen van vandaag.
‘Hoe gaat het’ blijkt geen echte vraag.
Zei iemand ‘leeg’ zag ik je gaan.
- Zegt iemand ‘God’ raakt het aan jou
want aan het einde van de nacht
heeft Hij jouw leven opgewacht,
het toen voltooid als een gedicht
en jou geborgen in het licht.
Zegt iemand ‘God’ raakt het aan jou.
- Zegt iemand ’thuis’ denk ik aan jou.
Jij wacht als rijmwoord van mijn zin
in leven uit een nieuw begin.
Er is een trouw die ons bewaart
en zich in liefde openbaart.
Zegt iemand ’thuis’ denk ik aan jou.
vervolg inleiding
zingen: als jouw naam klinkt (tekst: Michiel de Zeeuw, muziek: Mar van der Veer)
(het koor zingt de coupletten 1 en 2; allen zingen de couplet 3 en 4)
- Als jouw naam klinkt stroomt er water
uit mijn ogen, door mijn ziel.
Onze dromen, plan voor later,
tijd die in het water viel.
- Nu jouw naam klinkt komt tot leven
hoe je mij hebt meegemaakt,
mee geschapen, weggegeven,
mijn bestaan hebt aangeraakt.
- Nu jouw naam klinkt wacht ik onder
onze levens eens een hand,
ook al voelt nu alles zonder,
God brengt ons weer in verband.
We gedenken:
Egbert Frank Maassen van den Brink
Hendrik Uneken
Pieter Pol
Jan van ’t Hull
Margje Hidding – Veldhuis
het koor zingt: lied 331
Fokkie Deuten – Faken
Roelof Scholten
Alberdina Gezina Hoving – Epping
Geertje Sibon – Meijering
Tinie Mepschen – Kampman
koor en gemeente zingen: lied 331
(1ste keer koor met piano, 2de keer allen met orgel)
Hendrik Geert Schans
Willem Sander van Beijnum
Gerrietdina Bloeming – Berkhof
Janna Hendrika Heethuis – Hofman
Hendrik Hazelaar
Berend Ensing
zingen: lied 331
(1 keer: gemeente met orgel)
licht voor anderen
ieder kan naar voren komen om een lichtje aan te steken
tot slot zingen we nog één keer: lied 331
(1 keer: gemeente met orgel)
GEBEDEN EN GAVEN
afkondiging van recent overlijden, waarbij we zingen: lied 833
gebeden (*voorbeden *stilte *Onze Vader)
inzameling van de gaven
zingen: lied 416
- Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen
met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
- Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden,
over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
- Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren,
in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
- Ga met God en Hij zal met je zijn
tot wij weer elkaar ontmoeten,
in zijn naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
wegzending en zegen
- Na afloop van de dienst kan de familie de aangestoken kaars meenemen naar huis evenals een witte roos.
- Wie interesse heeft in het boekje ‘Voor wie los moet laten’ kan eveneens een exemplaar meenemen.
Voor informatie, namen en telefoonnummer m.b.t. de Dorpskerk,