Voorganger Ds. Pieterjan de Buck.

M.m.v. Christelijk Groot Gemengd koor Polyphonie uit Stadskanaal/Muntendam’ o.l.v. Ronald IJmker en organist is Gerwin van der Plaats.

Liturgie

welkom en mededelingen door de kerkenraad

VOORBEREIDING

zingen:      psalm 32: 3 en 4 (staande)

  1. Gij zijt, o Heer, mijn schuilplaats en mijn haven,

Gij zult aan mij al uw beloften staven.

Wat mij benauwt, Gij stelt U aan mijn zij,

omringt met lied’ren van bevrijding mij!

Gij zult mij voortaan door uw trouw bewaken,

Gij zult mijn leven vol van vreugde maken.

Ik zal mijn weg lichtvoetig verder gaan,

Gij gaat mij voor, Gij maakt voor mij ruim baan.

 

  1. Zo spreekt de Heer: ‘Mijn weg zal Ik u wijzen,

U ziet mijn oog, waarheen gij ook zult reizen.

Wees niet een dier dat koppig tegenstreeft,

zich slechts aan toom en bit gewonnen geeft.’

Wie God ontvliedt heeft ondergang te vrezen –

wie tot Hem komt, mag bij Hem veilig wezen.

Gij die oprecht van hart en wandel zijt,

verheug u in de Heer te allen tijd!

bemoediging en groet  (vg = voorganger; zk = Zondagskind)

vg:                  Onze hulp is de Naam van de HEER,

zk:                  die hemel en aarde gemaakt heeft.

vg.:                die trouw blijft tot in eeuwigheid

allen:          en het werk van zijn handen niet loslaat.

 

(naar psalm 32, Bijbel in Gewone Taal)

zk:                  Hij denkt niet meer aan mijn fouten

en kijkt niet meer naar mijn schuld.

allen:          Daarom ben ik gelukkig.

zk:                  U beschermt en bevrijdt me.

allen:          Daarom zing ik en juich ik.

 

zk:                  U wijst ons de weg die wij moeten gaan.

allen:          U geeft ons raad en zorgt voor ons.

zk:                  Mensen die op de Heer vertrouwen

allen:          Vinden overal liefde en geluk.

 

vg.:                Genade, barmhartigheid en vrede

zij u van God, de Vader,

en van Jezus Christus, onze Heer

allen:          Amen.

kyriegebed

Polyphonie zingt:

*God heb ik lief

*In de stilte

leefregel: Kolossenzen 2:16-23

                        (dagtekst van Taizé voor woensdag 13 maart 2024)

16Laat u daarom door niemand iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat. 17Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is van Christus. 18Laat u niet veroordelen door mensen die opgaan in zelfvernedering en engelenverering, zich verdiepen in visioenen of verblind door hun eigen bedenksels menen heel wat te zijn. 19Zulke mensen richten zich niet naar het hoofd, van waaruit God het hele lichaam, door gewrichtsbanden en pezen ondersteund en bijeengehouden, doet groeien. 20Als u met Christus dood bent voor de machten van de wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft? 21‘Niet aanraken! Niet proeven! Afblijven!’ – 22het zijn menselijke voorschriften en instructies over zaken die door het gebruik vergaan. 23Dat moet allemaal voor wijsheid doorgaan, maar het is zelfbedachte vroomheid, zelfvernedering en verachting van het lichaam; het heeft geen enkele waarde en dient alleen maar tot eigen bevrediging.

zingen:      lied 562: 1 en 2

  1. Ik wil mij gaan vertroosten

in ’t lijden van mijn Heer,

die zelf bedroefd ten dode

terneerboog keer op keer

en zocht in zijn ellende

naar troost om voort te gaan,

tot hem wil ik mij wenden –

o Jesu, zie mij aan.

 

  1. Hoe sloeg ik ooit uw woorden

weerspannig in de wind,

wilde niet zien of horen

hoezeer ik werd bemind,

mijn leven liep verloren,

uw stem bracht mij tot staan,

U bidt voor wie U hoonden –

o Jesu, zie mij aan.

DIENST VAN HET WOORD

gebed

Polyphonie zingt:

*Belijdenis

*Genade zo groot

bijbellezing: Matteüs 26:20-35

 20Toen de avond was gevallen, lag Hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. 21Onder het eten zei Hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal Mij uitleveren.’ 22Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze Hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ 23Hij antwoordde: ‘Hij die tegelijk met Mij iets uit de schaal nam, die zal Mij uitleveren. 24De Mensenzoon zal heengaan zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ 25Toen zei ook Judas, die Hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’ 26Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ 27En Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, 28dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. 29Ik zeg jullie: vanaf nu zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot de dag dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ 30Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.

31Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen Mij deze nacht allemaal afvallen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden.” 32Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’ 33Petrus zei daarop tegen Hem: ‘Misschien zal iedereen U afvallen, ik nooit!’ 34Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je: deze nacht, nog voor de haan gekraaid heeft, zul jij Mij driemaal verloochenen.’ 35Petrus zei: ‘Al zou ik met U moeten sterven, verloochenen zal ik U nooit.’ Alle andere leerlingen vielen hem daarin bij.

zingen:       lied 362

  1. Hij die gesproken heeft een woord dat gáát,

een tocht door de woestijn, een weg ten leven,

een spoor van licht dat als een handschrift staat

tegen de zwartste hemel aangeschreven:

Hij schept ons hier een nieuwe dageraad,

Hij roept ons aan: ‘Ik zal jou niet begeven’.

 

  1. Hij die ons in zijn dienstwerk heeft gewild,

die het gewaagd heeft onze hand te vragen;

die ons uit angst en doem heeft weggetild

en ons tot hier op handen heeft gedragen;

Hij die verlangen wekt, verlangen stilt –

vrees niet, Hij gaat met ons, een weg van dagen.

 

  1. Van U is deze wereld, deze tijd.

Gij hebt uw stem tot op vandaag doen klinken.

Uw naam is hartstocht voor gerechtigheid,

uw woord de bron waaruit wij willen drinken.

Gij die tot hiertoe onze toekomst zijt –

dat wij niet in vertwijfeling verzinken.

overdenking

Polyphonie zingt:

*Zie de stroom van Jezus’ liefde

*God zal voor ons zorgen

GEBEDEN EN GAVEN

gebed

*voorbede *stil gebed *Onze Vader

 inzameling van de gaven

zingen:      lied 837

  1. Iedereen zoekt U, jong of oud,

speurend langs allerlei wegen:

kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd –

Meester, waar kom ik U tegen?

Eens vindt U ons, bij dag of nacht,

moe van onszelf en zonder kracht,

dorstend naar liefde en zegen.

 

2. Volgen wij, Heiland, niet uw spoor:

laten wij anderen bloeden,

geven wij pijn en angsten door –

neem ons dan onder uw hoede.

Spreek uw genezend woord vol macht,

dan krijgt ons leven nieuwe kracht.

Spreek, dan keert alles ten goede.

 

  1. Heer, als ons denken U ontkent,

kan ons de leegte benauwen.

Als onze hand uw schepping schendt,

wilt U ons dan nog vertrouwen?

Twijfel of hoogmoed, onverstand –

neem ons, uw mensen, bij de hand.

Laat ons uw schoonheid aanschouwen.

 

  1. Koning, uw rijk is zo nabij –

open mijn ogen en oren!

Onrustig is mijn hart in mij,

totdat het nieuw wordt geboren.

Daarom zoekt U elk mensenkind.

Zoek, herder, mij, opdat ik vind

en steeds meer bij U zal horen.

wegzending en zegen

(met door voorganger uitgesproken ‘Amen’)

Polyphonie zingt:
*Ga nu in vrede