Heilig Avondmaal – Viering van brood en wijn.

Voorganger: Ds. Pieterjan de Buck,

Organist: Geert Meendering.

Liturgie

WITTE DONDERDAG

Op de avond van Witte Donderdag beginnen de drie dagen van Pasen. Stap voor stap gedenken we, als een innerlijke weg, het leven en sterven van Jezus en de betekenis daarvan voor ons. Op deze eerste dag van Pasen is de liturgische kleur wit en willen we de Maaltijd van bevrijding die Jezus aan de vooravond van Pasen met zijn leerlingen vierde een plaats geven in ons eigen leven.

Als we de kerk verlaten is het stil, want we herinneren ons dat Jezus na afloop van de maaltijd op de Olijfberg werd verlaten door zijn discipelen.

orgelspel

kerkklokken (de kerkenraad komt binnen en wij worden stil)

voorwoord

vg.:  Mogen wij ervoor bewaard blijven ons op iets anders te laten voorstaan dan op onze Heer Jezus Christus, die instaat voor ons leven, door wie wij zijn verlost en bevrijd. Mijn oude ik is met Christus aan het kruis gestorven.

(naar Galaten 6:14)

de Paaskaars wordt aangestoken, gevolgd door een gedicht

Licht, aan liefde aangestoken,

licht, dat door het donker brandt,

licht, jij lieve lentebode,

zet de nacht in vuur en vlam!

aanvangswoord

vg.:                Onze hulp is de Naam van de Heer,

allen:           die hemel en aarde gemaakt heeft.

vg.:                Heer, vergeef ons al wat wij misdeden,

allen:           en laat ons weer in vrede leven.

vg.:                Genade zij u en vrede, van God onze Vader en van onze Heer Jezus Christus.

allen:           Amen.

zingen: lied 393

  1. Als er tot Uw gedachtenis

de viering van het nachtmaal is

en Gij het brood des levens zijt,

de beker van de dankbaarheid –

o Heer dat Gij gelijk het graan

te gronde gaat om op te staan.

  1. Gij deelt met mij de laatste nacht

en breekt tot alles is volbracht;

en dit is het genadebrood,

Gij hebt mij lief tot in de dood;

en dit is de genadewijn,

Gij zult voorgoed mijn gastheer zijn.

gebed van de dag

tekst: ‘Het maal van de vrijheid’

‘Bij de uittocht uit het slavenhuis,

de tocht naar het land van verlangen,

vierden de Israëlieten de maaltijd van de vrijheid.

In de avondschemering van de veertiende dag van de eerste maand

slachtten zij een schaap

en aten het vóór de tocht begon.

Haastig moesten ze het eten

hun reiskleren aan,

sandalen aan hun voeten,

de stok in de hand.

Het bloed van het schaap streken zij aan de deurposten van hun huizen,

het beschermde hen tegen de engel van de dood.

Die nacht spaarde de engel hen en passeerde hun huis.

Daarom vieren alle generaties het feest van ‘passeren’:

dat is Pascha of Paasfeest.

Van het deeg, dat zij uit Egypte hadden meegenomen, bakten zij koeken.

In die koeken zat geen gist.

Want ze waren zo plotseling op weg gegaan,

dat daar geen tijd meer voor was.

Er was zelfs geen tijd geweest

om voor proviand te zorgen.

Ze gaan op weg met ongegist brood en bittere kruiden, en wensen elkaar:

volgend jaar in Jeruzalem!’

(naar Exodus 12)

zingen: lied 390:1, 2 en 5

  1. Het brood van oorlog en vrede,

dat dagelijks eendere brood,

het vreemde brood van de liefde,

het stenen brood van de dood.

  1. Gij deelt het met ons, zo deelt Gij

U zelf aan ons uit voorgoed,

een mens om nooit te vergeten,

een God van vlees en bloed.

lezing: Johannes 13:1-16

1Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat Hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. 2Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet om Jezus uit te leveren. 3Jezus, die wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven en dat Hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, 4stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om 5en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen, en droogde ze af met de doek die Hij omgeslagen had. 6Toen Hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ 7Jezus antwoordde: ‘Wat Ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ 8‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult U niet wassen, nooit!’ Jezus zei: ‘Als Ik ze niet mag wassen, kun je niet bij Mij horen.’ 9‘Dan niet alleen mijn voeten, Heer,’ antwoordde Simon Petrus, ‘maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ 10Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ 11Hij wist namelijk wie Hem zou uitleveren, daarom zei Hij dat ze niet allemaal rein waren.

12Toen Hij hun voeten gewassen had, deed Hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg Hij. 13‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. 14Als Ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. 15Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. 16Werkelijk, Ik verzeker jullie, een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt.

overdenking

muziek

terugblik op verhaal van het brood

nodiging en vredegroet

tafelgebed en Onze Vader

ontvangen en delen

zingen: lied 895

lezing: Johannes 14:27-31

27Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. 28Jullie hebben toch gehoord dat Ik zei dat Ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je Me liefhad zou je blij zijn dat Ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan Ik. 29Ik vertel jullie dit nu, voordat het gebeurt, zodat jullie het geloven wanneer het zover is. 30Ik kan niet lang meer met jullie spreken, want de heerser van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over Mij, 31maar zo zal de wereld weten dat Ik de Vader liefheb en doe wat de Vader Me heeft opgedragen. Kom, laten we hier weggaan.’

avondgebed

vg.:                Blijf bij ons, Heer,

allen:           want het is avond

en de nacht gaat komen;

blijf bij ons

en met heel uw kerk

aan de avond van de dag,

aan de avond van het leven,

aan de avond van de wereld;

blijf bij ons

met uw genade en goedheid,

uw troost en zegen,

uw woord en sacrament;

blijf bij ons,

wanneer over ons komt

de nacht van beproeving en verdrukking,

de nacht van angst en twijfel,

de nacht van de harde dood;

blijf bij ons

in leven en sterven,

in tijd en eeuwigheid. Amen.

de lichten worden gedempt en we verlaten de kerk in stilte


 

Je mag dit liturgieboekje mee naar huis nemen én

morgen weer naar de kerk mee terugnemen,

óf het in de kerk laten liggen

zodat het morgen weer gebruikt kan worden.